Samenleving in transitie
Als we spreken van transities dan hebben we het over ingrijpende en onomkeerbare kantelingen in de samenleving. De systemen uit het verleden bedienen ons niet langer zoals ze deden. Peter Drucker (1996) verwoordde het op zijn manier door te stellen dat de wereld na zo’n 200 à 300 jaar binnen een korte periode verandert omdat oude oplossingen niet meer werken. Er ontstaat een nieuwe orde der dingen.
Kenmerkend voor deze transitiefasen is dat we wel weten wat niet meer (goed) werkt, maar nog geen duidelijke alternatieven of oplossingen voorhanden hebben. Dit doet een appel op ons creatieve en innovatieve vermogen, onze durf, en moed en bereidheid om te experimenteren en te onderzoeken.
Verandering op alle niveaus
Op
microniveau
zien we het aantal innovatieve en nieuwe
(burger)initiatieven
in een duizelingwekkende vaart toenemen. Er is een enorme veranderdynamiek, veroorzaakt door een steeds krachtiger wordende
onderstroom
………. burgers die zich in toenemende mate organiseren op terreinen als energie, voedsel, zorg en sociale zekerheid. (Rotmans, 2012) De consument wordt
‘prosumer’
: men wil niet alleen afnemer zijn maar men wil meebepalen hoe de producten en diensten tot stand komen, eruit zien, ‘vermarkt’ en gedistribueerd worden. Er ontstaat een steeds breder gevoel van ‘eigenaarschap’.
Op macroniveau zien we door de enorme complexiteit van problemen en de verwevenheid van deelproblemen ( wicked problems ) dat echte oplossingen niet in het verschiet liggen. Een verregaande horizontalisering , zowel binnen organisaties als binnen de samenleving. Ontwikkelingen in ICT en technologie volgen elkaar steeds sneller op en hebben een toenemende impact. Een ontwikkeling naar globalisering en regionalisering. De piramidale structuren die onze wereld overzichtelijk en beheersbaar te maken hebben hun ‘uiterste houdbaarheidsdatum’ bereikt. Steeds sterkere bottum-up stromen. De mobiliteit van mensen en de snelheid van informatie is ongekend. Er lijkt een grens bereikt aan het consumeren en uitputten van natuurlijke (fossiele) hulpbronnen. De dichtheidsgraad waarmee mensen met elkaar in verbinding staan ( social media ) en de impact daarvan op beeld- en meningsvorming is immens. Integraal denken en werken is noodzakelijk: er is teveel gekapitaliseerd op experts ; eendimensionale benaderingen vanuit deskundigheid leveren vaak niet meer het antwoord dat we zoeken. We hebben eigenaarschap nodig. De opvattingen van nieuwe generaties (X, Y, Millenials ) over hiërarchie, gezag, arbeid, participatie, betrokkenheid, leven en duurzaamheid zijn fundamenteel anders. Vergrijzing van de samenleving in combinatie met afnemende bevolkingsgroei.
Op
mesoniveau
moet de relatie tussen markt, overheid, bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld en samenleving opnieuw gedefinieerd worden. De overheid delegeert en decentraliseert steeds meer taken, terwijl de burger steeds meer van de overheid verwacht. De grenzen van het publieke en het private vervagen; er ontstaan steeds meer hybride vormen. Het vertrouwen tussen overheid en samenleving is kwetsbaar en gebutst. Nieuwe rollen en spelregels moeten in gezamenlijkheid worden vastgesteld. Burgers willen als ‘stakeholder’ betrokken worden; niet langer 'inspraak' maar juist in samenspraak. Dit geldt evenzeer voor organisaties; medewerkers willen in een zo vroeg mogelijk stadium worden betrokken bij het nadenken over problemen, het vinden van oplossingen en de totstandkoming van beleid. Hiermee gaan andere rollen en andere verantwoordelijkheden gemoeid voor alle partijen.
Deze veranderingen vragen om een andere aanpak bij organisatievraagstukken. Een aanpak die recht doet aan nieuwe behoeften van betrokkenheid, die de maakbaarheid als norm loslaat. Organiseren van gedeeld eigenaarschap en ontstaanbaarheid kan ons verder helpen. Meer ruimte voor creatieve, onconventionele en onorthodoxe denkrichtingen is nodig. Durven loslaten en vertrouwen schenken in plaats van beheersen en controleren. Meer experimenteren en falen, dialoog in plaats van discussie, meer spel en minder ernst. Omarm schoonheid en ontregeling en de kracht van verbeelding.
Deze uitgangspunten vormen de grondslag voor mijn aanpak.
Dr. Peter Everts